Airborne Museum Hartenstein Menu

Ruud Jansen

Ik kom terug  »  

Ruud Jansen

Herinnering

Naam: Roelof (Ruud) Jansen
Geboren: 24 april 1934
Woonplaats: Arnhem
Evacueert met: vader Roelof Jansen, moeder Anna Dora Vrijhof, twee zussen en een broer
Route: Woeste Hoeve, Apeldoorn, Ermelo

‘Die piano in de evacuatie bepaalde mijn werkzame leven’

Ruud Jansen (1934) maakte tijdens de evacuatie kennis met het fenomeen piano en was verloren. Hij was onderwijzer, maar koos later voor een conservatoriumopleiding in de richting schoolmuziek en koordirectie. “Zo is de evacuatie toch bepalend geweest voor mijn verdere werkzame leven.”

Ruud is het vijfde kind in het gezin. Van Operatie Market Garden kreeg hij weinig mee: de Mauvestraat was te ver weg van de gevechten. Het evacuatiebevel leidde tot nerveuze spanning bij de Jansens. Met zijn ouders Roelof en Anna, zusjes Annie (23) en Dinie (20) en broer Migchel (16) vertrok hij op 25 september naar Apeldoorn, in een grote groep met witte vlag. Ze overnachtten in een schaapskooi in Woeste Hoeve. “Er was in het halfduister vaag gedoe waar mijn ouders geheimzinnig over deden. Mijn vermoeden is dat daar een vrouw is bevallen.”

De volgende dag gingen ze naar Apeldoorn. Het gezin wilde door naar Ermelo-Harderwijk, waar familie woonde. “Een oom met een transportbedrijf heeft ons opgehaald.”

‘Beetje proberen’
Ruud kwam met zijn ouders bij tante Aaltje en oom Willem Smink, die veldwachter was, aan de Horsterweg 46 in Ermelo-Harderwijk. Zijn broer en zussen waren op andere plekken ondergebracht. Een paar dagen later hoorde hij van zijn tante over de razzia van Putten op 1 oktober 1944. Hij zag ook de grote branden in Putten, nog een resultaat van de Duitse vergeldingsactie voor een verzetsdaad.

Tante Aaltje had een piano – voor Ruud een onbekend fenomeen. Daar mocht hij op spelen. “Een beetje proberen.” Dat werden vooral de versjes en psalmen die hij in Arnhem op de School met den Bijbel uit het hoofd had moeten leren en kerstliedjes.

De kinderen van familie Jansen in 1942, Ruud middenvoor. Privéfoto

Het opvanggezin was protestants christelijk. Zo werd voor iedere warme maaltijd gebeden: ‘Onze Vader die in de Hemelen zijn, kroon deze tafel met Uw zegen’. “Oom Willem reciteerde dat alsof hij op de bühne voordroeg. Ik kende alleen ‘Heere zegen deze spijze, amen.’ Ik droeg ome Willems tekst voor met exact dezelfde zangerige klemtoon op Hemelen. Ik werd ernstig toegesproken dat je in religieuze zaken beter maar niet te overdreven moet proberen God te behagen.”

Kort na de jaarwisseling ging hij naar nicht Eddie, met zijn ouders en Migchel. Eddie woonde in Tonsel, een buurtschap tussen Ermelo en Harderwijk. Dichtbij woonden familieleden die eendenhouderijen hadden. “We kregen af en toe een gebakken eendenei of een glas melk toegestopt. Ik proef nog het dagelijkse glas volle melk bij tante Griet.”

Hongertochten
Omdat Tonsel aan de oude Rijksstraatweg Amersfoort-Zwolle (nu de N303) lag, zag Ruud dag in, dag uit mensen op hongertocht voorbijkomen. De weg verbond het hongerende westen en het noorden van Nederland. De karavaan maakte diepe indruk. “Mijn vader zei: jíj hebt soms honger, maar deze mensen hebben dat nog veel en veel meer.”

In het vroege voorjaar werd de Rijksstraatweg vooral bevolkt door militaire troepen. In de laatste dagen voor de bevrijding van Ermelo-Harderwijk trokken Duitsers terug, richting het noorden. “Op een vroege ochtend werden we opgeschrikt door hard aanbellen en geschreeuw. Er stond een Duitse soldaat, jong – te jong – helemaal overstuur. We probeerden hem te kalmeren, gaven iets te drinken. Later sloot hij zich weer aan bij de anderen.”

 

Op 18 april was de bevrijding. Opeens was de Rijksstraatweg gevuld met Shermantanks en Jeeps. “Toen we in Eddies tuin keken, draaide een tank zijn geschutskoepel richting ons. Nog nooit ben ik zo bang geweest.”

Geel velletje
Zijn vader ging twee maanden eerder dan de rest van het gezin terug naar Arnhem. “Hij trof het huis volledig leeg aan. Een paar weken is hij bezig geweest met schoonmaken: de zolder lag vol stront. Op de straten lagen hoge bergen puin, kapotte meubels en rotzooi. Toen wij terugkwamen, waren er bedden, kookgerei en eenvoudig meubilair. Nog twee jaar bleef de achterkamer leeg.”

Van de HARK [HulpActie Rode Kruis) kreeg het gezin een doos schoenen. “Die werd op tafel gezet, we mochten pakken wat we wilden.” Op school mocht Ruud ook iets uitkiezen. “Ik koos een windjack van buiten blauw, van binnen met bloemetjes en een geel T-shirt, dat ik mijn gele velletje noemde. Dat vond ik prachtig.”

Toen hij 13 was, werd bij hem thuis een piano uitgeladen. “Die leek erg veel op die van tante Aaltje. Ik kreeg pianoles, maakte vorderingen. Van 1971 tot mijn pensioen werkte ik als docent muziek aan de PA – nu PABO Tilburg. Daarnaast was ik dirigent van diverse koren tot 2006.”

Plunderingen in de Mauvestraat. Foto: Gelders Archief: 1560 - 2097, De Booys

Ik kom terug

Bekijk alle
evacuatie verhalen

Bekijk verhalen