Airborne Museum Hartenstein Menu

Henny Welling-Elbers

Herinnering

Ik kom terug  »  

Henny Welling-Elbers

‘De razzia van Putten, dat is mijn naarste herinnering’

Henny Welling-Elbers (1934) maakte tijdens de evacuatie de razzia van Putten mee. Ruim 650 mannen werden opgepakt en afgevoerd. Vanuit haar evacuatieadres zag ze de Puttense mannen voorbijkomen. Dat is haar naarste herinnering uit die periode. Over de evacuatie zegt ze verder: “Je zat bij vreemden, dat was niet altijd makkelijk. Het was allemaal erg genoeg. Laat maar rusten.”

Henny evacueerde met haar vader, moeder, drie zussen en een broer, maar voordat het gezin vanaf de Leoninusstraat vertrok, slachtte haar vader een aantal kippen. Het waren er zoveel, dat haar moeder ze niet eens allemaal in de pan kon braden. De rest bereidde ze in de oven. Haar vader begroef waardevolle spullen, zoals servies en kleding, in een wasketel in het kippenhok.“Toen we op de Apeldoornseweg waren, zei mijn moeder: ‘ik ben de kippenpoten vergeten.’ Mijn broer ging ze halen. In de berm hebben we die opgegeten.”

In Beekbergen werd haar moeder onwel. Door de spanning of omdat ze oververmoeid was. “Ze was vrij dik.” Een boer bracht hen daarop met een kar naar Huinen, bij Putten. “Mijn moeder lag op de kar, op stro.” Bij aankomst vroeg hun gastheer: ‘willen jullie een muisje?’ “Mijn zus antwoordde: ‘levend of dood?’ Muisje bleek een klein hapje te betekenen.”

Razzia
Kort daarna verhuisde Henny met haar ouders en jongste zusje Mien naar een meubelzaak met stoffeerderij aan de Dorpsstraat in Putten. “Wij sliepen in de etalage, op lekker zachte bedden.”

Henny’s oudere zussen werkten in Het Passantenhuis, een soort ziekenhuis. Door werkte als verpleegster en Riek als naaister. Haar broer verbleef in een boerderij over het spoor.

Op 1 oktober 1944 hield de Duitse bezetter in Putten een razzia. Er werden honderden mensen opgepakt als vergeldingsactie voor de beschieting van een auto met officieren van de Wehrmacht. Henny maakte de omsingeling van het dorp Putten door Duitse militairen mee. Mannen en vrouwen werden van elkaar gescheiden en honderden woningen werden in brand gestoken.

“Ik zag Engelsen met tanks door de Dorpsstraat rijden. Mijn buurmeisje zei tegen mij: ‘happy birthday.’ Van een Engelse militair kreeg ik een stuk chocola. Heerlijk.”

Nep-huilen
“Met mijn moeder en zussen zag ik dat de mannen naar de kerk werden afgevoerd, hele rijen. Mijn vader had zich verstopt. Wij deden alsof we niet wisten waar hij was en riepen: papa, waar ben je nou? We huilden zogenaamd. Sommige mannen zwaaiden naar ons, anderen riepen ‘Tot ziens!’”

Bij latere razzia’s wisten haar vader en broer Jan zich steeds tijdig te verstoppen, in een sloot of in het hooi. “Mijn zus Riek had in Het Passantenhuis goed contact met de hoofdzuster. Die had op haar beurt goed contact met Duitse militairen die vlakbij in een school ingekwartierd zaten. Daardoor wist mijn zus wanneer er razzia’s zouden komen. Om te waarschuwen, klopte ze dan op het raam van de meubelzaak.”

In Putten ging Henny naar school. “Daar moest ik elke morgen psalmen leren. Daar was ik niet in grootgebracht. We kwamen voor taal en rekenen.”

Op Henny’s verjaardag werd Putten bevrijd. “Ik zag Engelsen met tanks door de Dorpsstraat rijden. Mijn buurmeisje zei tegen mij: ‘happy birthday.’ Van een Engelse militair kreeg ik een stuk chocola. Heerlijk.”

Delftsblauwe vazen
Eind april ging het gezin Elbers terug naar Arnhem. “In huis was alles weg: onder andere mijn grote pop die in een stoeltje zat. Ook het spul dat begraven lag in de tuin was weg. En alle kippen waren pleite.” Ook de Delftsblauwe vazen ontbraken. “Toen ik naar de wc moest, bleek die helemaal vies. Mijn moeder zei: ‘ga maar bij je schoolvriendin aan de overkant.’ Op weg daarnaartoe zag ik de deur openstaan van een huis waar een NSB’er had gewoond. Daarbinnen zag ik onze Delftsblauwe vazen. Ik heb ze meegenomen.”

 

Ik kom terug

Bekijk alle
evacuatie verhalen

Bekijk verhalen