Airborne Museum Hartenstein Menu

Wim Grimmelikhuizen

Herinnering

Ik kom terug  »  

Wim Grimmelikhuizen

Naam: Wilhelmus Antonius Grimmelikhuizen
Geboren: 3 november 1905
Woonplaats: Arnhem
Evacueert met: vrouw Catharina Johanna Maria (Toos) van Ditshuizen, zoontje Jos en een grote groep van in totaal 41 mensen
Route: Velp

Bij Wim Grimmelikhuizen viel geregeld voedsel ‘van de wagen’

Wim Grimmelikhuizen (1905), zijn vrouw Toos van Ditshuizen en hun zoontje Jos hadden bij de evacuatie vanuit de Borgardijnstraat meteen onderdak. Dat had opa Johannes van Ditshuizen geregeld. Doordat Wim voedsel transporteerde was er ook genoeg te eten.

Nadat Wims kinderen zijn oorlogsdagboek hadden gevonden, hebben dochter Ria (1946) en zoon Paul (1951) hem geïnterviewd. “Pa heeft niet het achterste van zijn tong laten zien. We weten wel: ze zijn de evacuatie goed doorgekomen. Soms drukte hij tijdens een transport de helft van een landing achterover.”

Opa Johannes Nicolaas van Ditshuizen had een brandstoffenhandel en daardoor een groot netwerk. Via klanten – de zusters en oversten van de Arnhemse orde Sacré-Coeur – regelde hij opvang voor een grote groep in huize De Wende. Dat was een voormalig meisjespensionaat aan de Rozendaalseslaan 48 in Velp.

De groep van 41 personen bestond uit familieleden, klanten en zakencontacten. Vrouwen en kinderen gingen op 24 september 1944 met hondenwagens vooruit: ze namen linnengoed, potten en pannen, bestek, babygoed, de kinderwagen en een fototoestel mee.

Paul, Ria en Jos Grimmelikhuizen
Het dagboek van Wim Grimmelikhuizen

‘Uitgeroofde’ binnenstad
Op 3 oktober werd Wim – via een andere evacué – vervoerder voor de voedselvoorziening. De voedselcommissaris van Gelderland Jan Groen Tukker moest ervoor zorgen dat er tijdens de oorlog genoeg te eten was in de provincie. Wim reed met paard en wagen van de brandstoffenhandel van zijn schoonvader naar Arnhem.

Tijdens de transporten van levensmiddelen (o.a. aardappelen en bieten) zag hij verwoesting: de ‘uitgeroofde’ binnenstad, de brandende stadsdelen, de narokende V&D, de Enka ‘troosteloos als een kerkhof’. “De zaken in de stad [Steenstraat] worden door de O.T. [Organisation Todt, red.] nog eens na gestroopt. Weer zijn de luiken vernield of afgerukt.”

Wim gebruikte de corvees ook om gereedschappen en materialen op te halen. Zo ‘organiseerde’ hij een ledikant, een wasmachine en een fornuis, plus kolen en hout. Ook haalde hij thuis bruine bonen, weckgroenten en kalkeieren op en een gebakstel en de naaimachine.

Zijn corvee als transporteur zorgde er ook voor dat het gezelschap in Velp mocht blijven. De groep dunde wel uit: een meisje stierf, twee gezinnen en twee alleenstaanden vertrokken. Er bleven 32 mensen in Velp achter.

‘Huiselijk onweertje’
Het samenwonen met zoveel mensen viel niet altijd mee. Wim schrijft over een ‘huiselijk onweertje met scheidingsproces’, een echtscheidingskwestie en ‘veel ruzie om niets’. Dochter Ria: “Mijn vader, moeder, tante Annie en oma zaten eerst met z’n allen op één kamer. Niemand zat er vrijwillig – dat gaf spanningen.”

Volgens haar heeft Wims moeder er psychisch onder geleden. “Zo erg zelfs, dat er een brief uitging naar Heeroom (een van haar zoons) met de oproep: zoek je moeder eens op.”

Maar er waren ook lichtpuntjes: evacuée Netty beviel van zoontje Daan, Jos kreeg op 22 december zijn eerste tandje, Wims schoonzus en zwager trouwden op 24 januari 1945 in De Steeg met Wim als getuige. Ze mochten namelijk niet als ongehuwd stel samenwonen.

In de ‘pishoek’
Over de bevrijding schreef Wim niet veel. Wel over de aanloop. Op 2 april 1945, Tweede Paasdag, suisden de geallieerde granaten om het huis en sloegen nabij in. De dagen erna volgden artillerievuur en granaatinslagen en trokken troepen voorbij. Ook vermeldingswaardig: Jos kreeg zijn zesde tandje.

Op 12 april, het begin van de bevrijding van Arnhem, was er een geallieerd artilleriebombardement dat vlak voor het huis insloeg. In de rammelaar van Jos sloeg een granaatscherf in. Twee dagen later wanhoopte het gezelschap: gaat Velp ten gronde? Volgens opa Van Ditshuizen zaten ze ‘in de pishoek’.

Eind juni 1945 keerden Wim, Toos en Jos terug naar Arnhem. Jos (1944) vertelt: “Op het spooremplacement hebben ze nog enkele meubels teruggevonden in de goederenwagons die klaar stonden voor vervoer naar Duitsland”.

Wim Grimmelikhuizen, zijn vrouw Toos van Ditshuizen en baby Jos. Foto: privéverzameling

Ik kom terug

Bekijk alle
evacuatie verhalen

Bekijk verhalen