Artikel
Lezing over bijzondere buitenplaatsen in Nederland
Door Jet Kooderings
Dat er veel belangstelling is voor het onderwerp ‘buitenplaatsen’ blijkt uit het feit dat de lezing, die 12 en 25 mei speciaal voor museumkaarthouders in het Airborne Museum werd gehouden, beide keren helemaal was volgeboekt. Van heinde en ver waren belangstellenden gekomen, uit een mini-enquête bleek dat de toehoorders voor meer dan de helft niet afkomstig waren uit Gelderland. René Dessing, directeur van Stichting Kastelen, Buitenplaatsen en Landgoederen (sKBL), vertelde vol enthousiasme over de vele historische buitenplaatsen in Nederland, hun rol tijdens WO2 en het belang van behoud en beheer van dit erfgoed.
Op initiatief van René Dessing werd 2012 uitgeroepen tot het nationale jaar van de buitenplaatsen en pas vanaf dat moment is er een beleid geformuleerd om alle 551 buitenplaatsen, die er in ons land zijn, te onderhouden. In zijn lezing neemt Dessing de aanwezigen mee in een stukje historie over het ontstaan van buitenplaatsen. Ongeveer 300 jaar geleden hadden de rijk geworden burgers, vaak kooplieden en handelaren, er steeds meer behoefte aan om in de zomer de stad te ontvluchten en zo ontstonden er in de directe omgeving van de grote stad veel buitenplaatsen. Daar kon men genieten van de stilte en de natuur.,,De Amsterdamse grachten lagen er in de zomermaanden behoorlijk verlaten bij”, vertelt Dessing. De adel daarentegen, die veelal op landgoederen in het westen van het land verbleef, trok juist naar het oostelijke deel van ons land. Na een uitleg over het verschil tussen kastelen, paleizen, villa’s, de verschillende hofsteden, Havezaat, Borg of State en de Heerlijkheid wordt aan de hand van foto’s een beeld gegeven van al deze begrippen.
Neem nou Huis te Manpad in Heemstede, een buitenplaats uit 1630. Van dit Amsterdams buiten zijn huis en tuin nog helemaal in tact. Op deze prachtige locatie bloeien ieder voorjaar de sneeuwklokjes en de stinzenplanten volop en worden er rondleidingen gegeven. Wat betreft tuinbazen en tuinonderhoud is heel wat te vertellen. Over iedere appel of bloem die werd geplukt moest worden overlegd, deed de tuinman dat niet dan volgde ontslag.
Of neem nou het kasteel van Horn (midden Limburg), een middeleeuwse ringburcht met halfronde torens, waar veiligheid werd verkregen door kromme muren. ,,Een wonderlijk huis, met een klein woongedeelte, een grote ridderzaal en veel trapjes en gangetjes. Eigenlijk een onmogelijk huis om in te wonen”, meent René Dessing. Nu is dit kasteel een Rijksmonument, wat met veel buitenhuizen, landgoederen, kastelen en paleizen het geval is. Ook kregen ze een bestemming als horecagelegenheid, congresgebouw, klooster, kantoor of zorginstelling. Of museum, zoals bij Menkemaborg te Uithuizen, één van de weinig overgebleven Groningse borgen. Dit uit de 13e eeuw daterende huis is niet het enige kasteelmuseum, in totaal hebben 70 kastelen in Nederland deze bestemming gekregen.
In de Tweede Wereldoorlog zijn er veel verwoestingen geweest en is er veel schade aangericht aan kastelen en buitenplaatsen. Soms ook werd dat moedwillig gedaan, waardoor een aantal buitens en landgoederen er bijna niet meer waren geweest. Ook kregen de buitenplaatsen diverse, soms geheime bestemmingen. Zo weet bijvoorbeeld niemand wat zich op Elswout in Zuid-Kennemerland afspeelde of op Overvoorde te Rijswijk.
Buitenplaats Hartenstein, waar nu het Airborne Museum is gevestigd, heeft in het verleden verschillende bestemmingen gehad, zoals rusthuis, kraamkliniek en hotel. Maar het meest bekend is toch wel het feit dat generaal Urquhart in de septemberdagen van 1944 daar zijn hoofdkwartier had. Na de recente restauratie straalt het gebouw weer de grandeur uit van weleer. Het omliggende park zorgt voor rust en laat de bezoekers ervaren hoe buitenhuis en tuin een geheel vormen, net als in vroeger tijden.