Artikel
Ruud Schaafsma vertelt over watermolens, beken en molenvijvers
Door Jet Kooderings
Het nieuwe seizoen van Nieuwe Zondagen in het Airborne Museum is weer van start gegaan. Zondagmiddag 6 oktober was het meteen ouderwets druk en gezellig op de eerste van een serie van acht bijeenkomsten, die zijn bedoeld voor senioren om anderen te ontmoeten. Daarnaast wordt er altijd een programma geboden, dit keer hield Ruud Schaafsma uit Renkum een interessante lezing over de geschiedenis van de Oosterbeekse beken. Aan de hand van oude en actuele beelden nam Ruud de toehoorders mee in zijn verhaal over beken, watermolens en molenvijvers in Oosterbeek.
Als coördinator van de IVN wergroep Beken en Sprengen heeft dit onderwerp de warme belangstelling van Ruud Schaafsma, die inmiddels een kenner bij uitstek is van alle beken in de gemeente Renkum. Hij heeft er ook een aantal boeken over geschreven. Vol trots vertelt Schaafsma dat op dit moment in Renkum de beken over een lengte van 15 kilometer zijn schoongemaakt waardoor het water weer stroomt. Ook in Oosterbeek en Wolfheze zijn de beken inmiddels opgeschoond en weer goed zichtbaar. Het verhaal van Ruud Schaafsma begint bij de Oorsprongbeek, de Gielenbeek en de Zuiderbeek, die alledrie uitkomen in de Leigraaf. Door oude kaarten te bestuderen kwam Ruud er achter dat er vroeger twee kruitmolens hebben gestaan, waar nu aan het eind van de Oorsprongbeek een kunstmatige waterpartij te zien is in het weiland op de hoek van de Van Borsselenweg en Benedendorpsweg. Daar werd salpeter vermalen en gestampt tot buskruit. Ook stond er een suikerfabriek (1811-1830), waar suiker werd gemaakt van suikerbieten. Later werd overgegaan op stroop en aardappelmeel om likeur te stoken. Voor de aanvoer van kolen en bieten werd er een spoorlijntje aangelegd van het Drielseveer naar de fabriek. Zolang die fabriek daar heeft gestaan was er ook een watermolen, nu is het een plek waar koeien vredig grazen en zeldzame planten bloeien. ,,De geschiednis van de beken kent drie periodes”, legt Ruud Schaafsma uit. ,,Eerst had je de bronbeken, daarna heeft de mens extra sprengen gegraven waardoor er gebruiksbeken ontstonden en later kwamen er parkbeken”, gaat hij verder. Landschapsarchitecten hebben iets moois gemaakt van het gebied van de Oorsprongbeek, waar landgoederen kwamen. Dankzij de hoogteverschillen konden watervalletjes worden aangelegd en kwam er ook een grothuisje. Ruud vertelt iets over zichtlijnen en de Oosterbeekse korenmolen, een onderslagmolen die stond waar nu het Dennenoorpark is te vinden. De bezoekers luisteren aandachtig en stellen hier en daar een vraag. Heel enthousiast is Ruud Schaafsma ook over de oliemolen, de slijpmolen, de Hessmolen en de wolmolen, die in Mariëndaal stonden en door de monniken van het gelijknamige klooster werden bediend. Ook de Klingelbeekse molen uit de tijd na de monniken wordt nog even genoemd. Dankzij de boeiende uitleg is er na de lezing veel belangstelling voor de boeken van Ruud.
De volgende bijeenkomst van Nieuwe Zondagen is op 3 november, dan komt John Jansen van Galen vertellen over de Nieuw-Guinea-kwestie. In verband met de verbouwing van het Airborne Museum wordt deze lezing gehouden in de Concertzaal, Rozensteeg 3 in Oosterbeek